Muzikaal programma Harmonie St.Michaël van Thorn

Harmonie St.Michaël van Thorn speelt o.l.v. dirigent Ivan Meylemans de volgende werken:

Cristóbal Halffter (1930-2021) – Tiento del primer tono y batalla imperial

Cristobal Halffter was een toonaangevend Spaans componist en dirigent. Vanaf 1951 werkte hij voor de Spaanse radio en in 1955 begon zijn carrière als orkestdirigent. Van 1961 tot 1966 was het directeur van het Koninklijk conservatorium in Madrid. In zijn composities verwerkte hij vaak traditionele Spaanse muziek, die hij combineerde met avant-gardetechnieken. Hij schreef ook voor elektronische instrumenten. In 1968 schreef hij in opdracht van de Verenigde Naties de cantate Yes, Speak out’ ter herdenking van de twintigste verjaardag van de Verklaring van de Rechten van de Mens. Hij componeerde zijn tweede Celloconcert voor cellist Mstislav Rostropovitsj. In 2000 ging zijn opera ‘Don Quijote’ in première in het Teatro Real in Madrid. In augustus 2003 werd tijdens de Salzburger Festspielen zijn ‘Adagio en forma de rondo’ voor het eerst opgevoerd. In 1989 ontving hij de ‘Premio Nacional de Música’, de hoogste Spaanse prijs voor compositie. Ook ontving hij de Prix d’Italia, de Montaigne-Award en de Europese prijs voor compositie. In 2021, zijn sterfjaar, ging ‘Cuatro piezas españolas’ in première bij het symfonieorkest van Madrid.

‘Tiento del primer tono y batalla imperial’ ontstond in 1986 in opdracht van het symfonieorkest van Basel en werd opgedragen aan dirigent Paul Sacher. Halffter gebruikte twee oude Spaanse orgelstukken als basis voor het stuk: ‘Tiento del primer tono’ van Antonio de Cabezon (1510-1566) en ‘Batalla imperial’ van Duan Battista Cabanilles (1644-1717). ‘Tiento del primer tono’ betekent niets anders dan ´stuk in de eerste modus´ en is een eenvoudige korte muzikale inval in een Dorische toonsoort, die verder muzikaal versierd wordt. Batalla is een oude Spaanse dansvorm en impliceert als Batalla imperial de beschrijving van een keizerlijke veldslag. Franco Hänle bewerkte het stuk voor harmonieorkest. De bewerking ging in 2009 op het Wereldmuziekconcours in Kerkrade in première.

Marijn Simons (1982) – Max Havelaar, symfonisch gedicht voor harmonieorkest

Namen van toonaangevende hedendaagse Nederlandse componisten uit de symfonische wereld ontbreken in de repertoirelijsten voor harmonieorkest. Harmonie St. Michaël van Thorn laat het niet bij deze constatering en daagt de komende jaren elk jaar een gerenommeerde componist uit om ook voor harmonieorkest te schrijven.

Componist, violist en dirigent Marijn Simons ging als eerste die uitdaging aan en verlegde zijn compositorische grenzen. Hij studeerde viool bij Davina van Wely en Sascha Gawriloff, compositie bij Daan Manneke en James MacMillan en orkestdirectie bij Ed Spanjaard en Jean-Bernard Pommier. Zijn composities worden onder andere uitgevoerd door dirigenten en solisten als Esa-Pekka Salonen, Marin Alsop, Peter Eötvös, James MacMillan, Christian Lindberg en Evelyn Glennie en Nederlandse orkesten als  Residentieorkest, het Rotterdams Filharmonisch Orkest, het Residentie Orkest en het Radio Filharmonisch Orkest.

In 2022 voltooide Simons in opdracht van Harmonie St.Michaël van Thorn zijn eerste werk voor groot harmonieorkest, getiteld ‘Max Havelaar’. Zijn inspiratie voor dit symfonisch gedicht vond hij in het gelijknamige boek van ‘Multatuli'(Eduard Douwe Dekkers) uit 1863. Het boek was een aanklacht tegen het negentiende-eeuwse Nederlandse kolonialisme in Indonesië. Het laat een donkere kant van de Nederlandse koloniale geschiedenis zien en behoort inmiddels tot de canon van de Nederlandse literatuur. Het humanistische gedachtengoed waar Multatuli in zijn boek voor stond, is nog steeds actueel. Denk bijvoorbeeld aan het keurmerk ‘Max Havelaar’ voor fairtrade producten.

Simons creëerde met zijn ‘Max Havelaar’ een werk dat muzikaal aansluit bij zijn eerdere compositie ‘Moriae Encomium’, een satirisch symfonisch gedicht voor symfonieorkest gebaseerd op De Lof der Zotheid van Erasmus. Waar zijn ‘Moriae Encomium’ humoristisch en bewust cross-over-elementen opzoekt, is zijn ‘Max Havelaar’ juist een sfeervol, en vanwege het thema, vaak ook een donker en dramatisch stuk. Simons is geboeid door de structuur en de door elkaar lopende verhaallijnen in  Multatuli’s boek. Dit inspireerde hem om een symfonisch gedicht te schrijven dat niet een chronologisch verhaal vertelt, maar juist Multatuli’s vorm omzet in het door elkaar laten lopen van verschillende muzikale lijnen en ideeën. Naast een uitgebreide blazersbezetting in het werk ook een belangrijke rol weggelegd voor off stage koperblazersensemble en een uitgebreid melodisch slagwerk als referentie naar de Indonesische ceremoniële gamalan muziek.

Richard Strauss (1864-1949) – Rosenkavalier Suite

De Duitse componist Richard Strauss (1864 – 1949) had er een hekel aan als men hem vroeg of hij familie was van de Weense muzikantenfamilie Strauss. Hij was immers de componist van indrukwekkende symfonische gedichten en opera’s zoals ‘Ein Heldenleben’, ‘Don Quichote’, ‘Zarathustra’, ‘Till Eulenspiegel’, ‘Don Juan’, ‘Tod und Verklärung’, ‘Salome’, ‘Elektra’ en ‘Ariadne auf Naxos’. Hij wilde niet in een adem genoemd worden met componisten van amusementsmuziek zoals de walsen van de Weense naamgenoten.

In zijn opera ‘Der Rosenkavalier’ (1911) liet hij zich desondanks van die geheel andere kant zien. Hij schilderde daarin het Wenen van de achttiende eeuw met z’n standen en mores, maar merkwaardig genoeg ook met laatnegentiende-eeuwse walsen, en een soms overdadig romantische orkestklank. ‘Der Rosenkavalier’ een lichtvoetige opera,  gebaseerd op een libretto van de Oostenrijkse schrijver Hugo von Hofmannsthal. Lyrische momenten, eenvoudige melodieën en lachwekkende situaties volgen elkaar op. De verkleedpartijen en amoureuze scenes in de opera doen aan een operette denken, met een zilveren roos als attribuut en teken van het huwelijksaanzoek waar alles om draait. De première vond plaats op 26 januari 1911 in de Hofopera van Dresden. Het was onmiddellijk een groot succes, met als gevolg dat Strauss al snel een suite met de prelude en enkele hoogtepunten van de opera samenstelde. De bewerking voor harmonieorkest van deze suite is van Jos van de Braak.